Marie zal voor een bestraling met een hoofdmasker vastgemaakt worden aan de behandeltafel. Op vier punten zal ze worden vastgeklikt. Mond en neus zijn vrij, maar de ogen zijn bedekt. Het gaat er natuurlijk om onbeweeglijk te blijven liggen zodat op een precieze en veilige manier kan worden bestraald. Het masker moet bovendien nog worden gemaakt en men doet dat door een warme, natte doek over het hoofd te leggen die door het contact met de kamertemperatuur afkoelt, opstijft en de vorm van het aangezicht behoudt. We krijgen een oefendoek mee en er wordt aangeraden om bijvoorbeeld een mal te maken van haar hand. En dan zou er volgende week donderdag op de afdeling een mal worden gemaakt van haar gezicht. Allemaal goed en wel, maar het idee alleen al is op zijn minst een beetje akelig.
Maar toen kwamen Piet en Annemie op bezoek.
'Gij moet in 't bed gaan liggen,' zeg ik.
'Pardon?' Piet is duidelijk verrast, hij kijkt me met grote ogen aan.
'Gij zijt ziek en gij moet naast Marie in 't bed gaan liggen. Ah ja.'
Mijn woorden moeten kort en duidelijk hebben geklonken want Piet duwt Marie zachtjes naar een kant en wipt bij haar in bed. Twee zieken in één bed. Piet kijkt nog even of Marie het goed vindt, maar ze flappert met haar handje van de pret.
'Mooi zo. Gij zijt dus ziek en ik ben een dokter. Dokter Vake.' Ik doe een buiging.
'Ik zal er voor zorgen dat ge beter wordt en maak dus eerst een masker van uwe kop.'
'Ok,' zegt hij helemaal in zijn rol, nu.
Ik haal de warme, natte oefendoek uit de badkamer en drapeer het over zijn gezicht.
'Nu niet te gek doen, Piet. Het moet vooral lukken,' sis ik nog vlug in zijn oor. Voor je het weet, maakt hij er weer een geheel eigen verhaal van, natuurlijk. Ik ken dat.
'Mm, lekker warm,' zegt hij.
Marie geniet van het spektakel. Ann en Annemie kijken toe. Na enkele pogingen heb ik er de pak van en lukt het om een masker te maken waarin de vorm van neus en ogen staan afgebeeld. De kamertemperatuur doet de rest. Het masker gaat rond. Ook Marie neemt het masker en geeft het aan Piet. Piet zet het masker op en dan weer af.
'Kiekeboe!'
En dan bij haar, heel even maar.
'Nu moet ge het masker aan mij geven,' zeg ik. 'Want ik ben een dokter, dokter Vake.' Ik doe een buiging. 'Piet moet nu het masker opzetten en wij tellen tot tien.'
'Ok,' zegt Piet, zalige gast. Weet natuurlijk meteen wat er van hem verwacht wordt. We tellen tot tien. Het masker gaat af. 'En nu tot twintig.'
'Goed zo, Piet.'
Dat is al heel wat. Afronden, vind ik. Maar Piet gaat door. Hij zet het masker op bij Marie en telt tot tien.
'Goed zo,' zegt ze zelf.
'En nu tot twintig,' zegt Piet.
We tellen mee. Ik vind dat het tellen erg lang duurt en dat er wat nodeloos wordt geaarzeld tussen de 16 en de 20, maar ze haalt het vlot. Geen probleem.
Misschien komt alles toch nog goed.